top of page

Digitale media in kinderdagverblijven: hoe pakken we dat aan?

Kinderen groeien op in een wereld waar digitale media wijdverspreid zijn en deel uitmaken van hun dagelijks leven. Jonge kinderen hebben vaak zelf al toegang tot digitale media. Uit recente cijfers van Medianest blijkt dat de meerderheid van de kinderen tussen 0 en 2 jaar thuis een scherm gebruikt. Bovendien zien ze constant volwassenen bezig met hun smartphone of computer.  

Opgroeien in zo’n digitale wereld brengt heel wat mogelijkheden met zich mee. Kinderen van nu hebben toegang tot oneindig veel informatie van over heel de wereld.

Ze kunnen communiceren met familie en vrienden die aan de andere kant van de wereld zijn via videobellen en sociale media. Heel wat educatieve, interactieve, creatieve apps staan tot hun beschikking. Aan de andere kant zijn er ook veel uitdagingen. Overmatige schermtijd heeft gezondheidsrisico’s. Het kan bijvoorbeeld zorgen voor een slechter gezichtsvermogen of voor te weinig beweging. Online veiligheid is een belangrijk thema: kinderen kunnen beelden of informatie te zien krijgen die shockerend zijn of niet geschikt voor hun leeftijd.


In het omgaan met deze uitdagingen wordt er heel wat verwacht van opvoeders. Omdat de digitale media zo’n snel evoluerend veld is, kunnen volwassenen niet of weinig voortbouwen op de opvoeding die ze zelf kregen. Bovendien krijgen de opvoeders vanuit heel wat hoeken waarschuwingen en adviezen toegeworpen die zorgen voor onzekerheid en angst. Elke dag lezen we wel een artikel in de krant over de negatieve effecten van schermen op kinderen.

In ons onderzoek over digitale media en jonge kinderen bekijken we hoe kinderopvangprofessionals op een bewuste en evenwichtige manier kunnen omgaan met digitale media in de opvang.

In een eerste fase onderzochten we hoe digitale media in de kinderopvang aanwezig zijn en hoe professionals ermee omgaan. Uit een survey met 257 kinderopvangmedewerkers bleek dat de meeste begeleiders digitale media geen plaats vinden hebben in de opvang. Het overheersende argument: “Thuis krijgen kinderen al genoeg schermen, wij moeten zorgen voor evenwicht.”


Digitale media worden in de kinderopvangpraktijk slechts zelden gebruikt in spel. Wanneer ze verschijnen, gaat het vooral om tv of een tablet, meestal bij overgangsmomenten, slecht weer of om kinderen even af te leiden. Daarnaast worden ze gebruikt om zorg te registreren en voor communicatie met ouders.


Om verder te kijken dan de onmiddellijke reflex “liever niet”, zetten we een onderzoekslabo op. Tijdens 6 sessies van een halve dag gingen 7 kinderopvangprofessionals samen met onderzoekers aan de slag met vragen, experimenten en kennis uit onderzoek. We brachten alle kanten van het thema digitale media en jonge kinderen in kaart en bekeken zorgvuldig wie in het debat wat naar voor bracht.

Het doel was niet om snelle tips en tricks te geven, maar om professionals ruimte voor reflectie te bieden. Deelnemers gingen genuanceerder kijken: digitale media hoeven niet per se bedreigend te zijn, maar kunnen – mits bewust ingezet – een meerwaarde vormen . Zoals een deelnemer het verwoordde: “Ik was altijd pro buitenspelen. Nu zie ik dat een tv of filmpje soms rust kan brengen. Het gaat erom hoe je het organiseert.”


Tijdens het labo lieten we ons onder andere inspireren door het werk van de Australische onderzoeker Susan Edwards. Zij ontwikkelde een nieuw spelconcept dat ze ‘webmapping’ noemt. Webmapping is een manier om het spel van kinderen overzichtelijk in kaart te brengen. Het is een observatietool die laat zien hoe traditioneel spel (zoals knutselen, buiten spelen of rollenspel) samenhangt met digitale en populaire cultuur (zoals filmpersonages, apps of speelgoed). In een soort web teken je de interesses van een kind: wat het kijkt, waarmee het speelt, en hoe dat zich vertaalt naar ander spel. Zo wordt duidelijk hoe activiteiten elkaar beïnvloeden en betekenis krijgen voor het kind. Voor begeleiders is het een handig hulpmiddel om te observeren, plannen en nieuwe spelkansen te bieden die aansluiten bij wat kinderen écht bezig houdt. We vertaalden de principes van Edwards naar een eigen observatietool en experimenteerden daarmee.


Een ander kader dat ons inspireerde was het ‘Playful By Design’- kader van Sonia Livingstone. Dat kader biedt een kwaliteitskader om digitaal spel te evalueren. Belangrijk daarbij is dat digitale apps of speelmogelijkheden uitnodigen tot vrij, spontaan en betekenisvol spel waarin kinderen autonomie hebben en gestimuleerd worden tot sociale interactie en verbeelding. Kwaliteitsvol spel met digitale media verschilt dus niet echt van kwaliteitsvol spel zonder digitale media.

Op weg naar een digitale pedagogie

Een digitale pedagogie helpt teams om bewuste keuzes te maken, die verder gaan dan zomaar toestaan of verbieden. Zo’n aanpak begint met een gedeelde visie: Hoe kijken we naar digitale media? Welke voor- en nadelen zien we. Wat zegt onze bestaande pedagogische visie en hoe kunnen we digitale media daarin inpassen. Welke wereld willen we tonen aan kinderen. Door hier samen over te praten, krijgt een team richting en houvast.

Een volgende stap is kijken naar hoe kinderen digitale media ervaren in hun leefwereld en spel. Dat kan door te letten op mediafiguren op hun kleren of speelgoed en te bevragen bij ouders wat ze thuis graag kijken. Vanuit dit soort observaties kan je spel opzetten dat hierop verder bouwt. Een kind dat bijvoorbeeld gefascineerd is door Spiderman kan je vanuit die interesse laten kruipen door een zelf gemaakt spinnenweb, je kan liedjes zoeken die met spinnen te maken hebben of fantasiespel stimuleren rond dit thema.


Daarnaast kan een team kleine experimenten opzetten. Denk aan het inzetten van niet werkende digitale media in de speelhoek, het samen maken en bekijken van foto’s of het uitproberen van rollenspel waarin een gsm een rol speelt. Daarbij blijft het belangrijk om goed te kijken naar de kwaliteit van wat je aanbiedt, om activiteiten af te stemmen op de interesses van kinderen en begeleiders, en om aandacht te hebben voor hoe je het digitaal spel organiseert. Als je een filmpje laat zien, zorg dan dat alle kinderen op een ergonomisch verantwoorde manier ernaar kunnen kijken.


Bovendien is het belangrijk om na te denken over het doel waarmee je digitale media op een bepaald moment inzet en aan de hand van dat doel de inhoud te kiezen. Als je met een filmpje bijvoorbeeld rust wil creëren, zorg dan voor een filmpje dat niet te snel gaat en waar de muziek niet te hevig is. Wil je net dat kinderen zich kunnen uitleven, kan je een energieker filmpje kiezen.

Een digitale pedagogie vraagt dus tijd en overleg, maar geeft teams de ruimte om weloverwogen beslissingen te nemen, of dat nu een duidelijke “ja”, een overtuigde “nee” of een genuanceerd “soms” betekent.

Op basis van ons onderzoek ontwikkelden we een halve dag vorming om kinderopvangprofessionals te inspireren tot spelen met digitale media. Deze bijscholing organiseren we op 20 november 2025 of op maat voor jouw organisatie: Digiplay: spelen met digitale media in de kinderopvang | KdG Hogeschool.


 
 
 

Opmerkingen


Schrijf je in en blijf zo op de hoogte van nieuwe inzichten.

  • Instagram
  • LinkedIn
bottom of page