top of page

Hoor wie klopt daar, kinderen? De jaarlijkse vragen bij het Sinterklaasfeest.

Rond deze tijd van het jaar duikt de Goedheiligman overal op: bij de bakker, in reclames, op televisie, op school en in voorleesboekjes. Voor kinderen betekent dat vooral spanning, verwondering en cadeautjes. Voor volwassenen roept de komst van de Sint elk jaar weer vragen op. Is het Sinterklaasfeest gewoon een kinderfeest, of raakt het onvermijdelijk aan maatschappelijke thema’s zoals sociale ongelijkheid en armoede? Hoe gaan we om met de figuur van Zwarte Piet? Wat doet de groeiende commercialisering met de betekenis van het feest? En is het eigenlijk oké dat we kinderen laten geloven dat Sinterklaas écht bestaat?


Wanneer de Sint in Antwerpen aanmeert en live op televisie wordt ontvangen door de burgemeester, compleet met deskundig commentaar van professor Van Den Uitleg, lijkt het alsof iedereen mee acteert in één groot opgezet verhaal. We kijken graag liefdevol naar Sinterklaas, precies omdat hij zo diep verweven is met traditie en nostalgie.


Toch voelen sommige ouders zich ongemakkelijk wanneer ze zich afvragen: liegen we nu tegen onze kinderen?

Een leugen in mijn laarsje?

In de opvoeding is liegen meestal iets wat we streng afkeuren. Kinderen die liegen, worden daar meteen op aangesproken. Maar ouders zelf? Die liegen opvallend vaak tegen hun kinderen. Al is dat meestal om hen te beschermen tegen zorgen, om moeilijke antwoorden te vereenvoudigen of omdat we denken dat ze nog niet klaar zijn voor het volledige verhaal. Het is ongebruikelijk dat we iets bedenken en het vervolgens als waar voorhouden.


Bij Sinterklaas is dat precies wat we doen: kinderen laten geloven dat het allemaal écht is. Onderzoek laat bovendien zien dat hoe vaker kinderen de Sint in het echt ontmoeten, hoe sterker hun geloof wordt, zelfs wanneer hij er telkens anders uitziet.


Toch ervaren ouders het Sinterklaasverhaal zelden als een ‘leugen’. Het woord klinkt te hard en te moreel beladen. Daarom spreken we liever van ‘het geheim van Sinterklaas’. Dat klinkt minder veroordelend en meer als iets dat bij het feest hoort want zo beleven veel ouders het ook. Een geheim voelt niet als bedrog, maar als een noodzakelijke poort naar magie, spel, fantasie en verrassing.


Bovendien leert onderzoek ons dat het geloof in Sinterklaas kinderen helpt in hun symbolisch denken: het laat hen ervaren dat er naast de zichtbare realiteit ook een tweede, verbeelde wereld bestaat. Dat vermogen hebben ze later nodig in creativiteit, empathie en kritisch denken.

 

Zie ginds komt de kindertijd

Een groot deel van de populariteit van Sinterklaas heeft eigenlijk weinig met kinderen te maken, maar veel meer met volwassenen. Zij genieten niet alleen van de verwondering van hun kinderen, maar minstens evenveel van het herbeleven van hun eigen jeugd: de geur van mandarijntjes, het ritueel van het schoentje zetten, de spanning van vroeger. Sinterklaas laat de tijd even stilstaan en maakt het verleden tastbaar, waardoor volwassenen een soort tweede kans krijgen om opnieuw kind te zijn. Dat verklaart ook waarom kritiek op het feest; of het nu over raciale stereotypen, commercialisering of ongelijkheid gaat zo vaak als persoonlijk wordt ervaren. Alsof je kindertijd zelf wordt aangevallen.


Hoe we naar kinderen en opvoeding kijken, speelt ook een rol in het voortzetten van de Sinterklaastraditie.

Autoriteit wordt in onze samenleving niet vanzelfsprekend als positief gezien, en ook voor ouders is het niet altijd makkelijk om die in te zetten. Het idee van een figuur die ‘alles ziet en weet’ is daarom aantrekkelijk: niet de ouders zeggen dat je je fopspeen moet afgeven, maar de Sint vraagt het. De strenge kanten van het feest; de roe, de zak, de dreiging  zijn de afgelopen decennia grotendeels verdwenen. Wat overblijft is een vriendelijke Sint en een grappige helper, maar het disciplinerende karakter blijft: de Goedheiligman observeert en beoordeelt nog altijd of alle kinderen braaf zijn geweest. Al is het niet altijd duidelijk wat we precies met ‘braaf zijn’ bedoelen. Met hulpmiddelen zoals het grote boek en de spiekpietjes worden kinderen zachtjes in de pas geleid.


Toont de Goedheiligman ons zo wat we als ouders belangrijk vinden? Hoe we over opvoeden denken? Welke waarden we willen meegeven aan de volgende generatie? Hoewel we vaak graag geloven dat opvoeden objectief of universeel is, laat Sinterklaas zien dat het vooral een weerspiegeling is van onze eigen overtuigingen, wensen en tradities.


Voor veel ouders is Sinterklaasfeest niet alleen een traditie om door te geven, maar onderzoek toont dat ouders vooral waarde hechten aan het gezamenlijk spelen en genieten. De pakjesavond eindigt voor veel gezinnen met het samen spelen met de cadeaus die de Sint en zijn helpers brachten. Interessant is dat de geschenken van ‘iemand anders’ komen, waardoor kinderen leren dat waardering en geven niet altijd direct gekoppeld zijn aan persoonlijke relaties.


Een valse Sint en een nep Piet?

Wanneer kinderen tot de ontdekking komen dat Sinterklaas niet bestaat, kan dat voor sommigen een flinke overgang zijn; een van de redenen waarom sommige ouders terughoudend zijn om mee te spelen in het verhaal. Onderzoek beschrijft dat het vertrouwen van kinderen in hun ouders, vooral tussen vijf en zeven jaar, vrijwel absoluut is: ze geloven zonder reserves. Als dat beeld kantelt, kan dat even ongemakkelijk voelen. Bij het ene kind blijft het bij een kort moment van verwarring, bij het andere wordt het een diepere overgang naar een nieuw begrip van de wereld.


Opmerkelijk genoeg zijn het vaak de ouders die blijven vasthouden aan het verhaal net op het moment dat kinderen beginnen te twijfelen. Dat is precies het moment om hen uit te nodigen in een nieuw spel: veel kinderen vinden het zelf leuk om van ‘kamp’ te wisselen. Zo zijn ze niet langer alleen ontvanger van het verhaal, maar medespeler in het geheim, samen met volwassenen die het verhaal bewust mee in stand houden.


De vraag of kinderen moeten geloven dat Sinterklaas echt bestaat, of hoe (Zwarte) Piet er precies uit moet zien, is vooral iets voor volwassenen.

Kinderen bewegen moeiteloos tussen spelen, geloven, twijfelen en doen-alsof; zij zijn meesters in het omgaan met ambiguïteit. Voor volwassenen biedt het feest een kans om hun eigen kindertijd opnieuw te beleven, maar juist die nostalgie maakt de confrontatie met harde realiteiten zoals armoede, racisme of migratie ongemakkelijk. Het gevoel dat ‘dit ook al niet meer mag’ benadrukt de kwetsbaarheid van het feest en onze eigen kindertijd.


Sinterklaas fungeert daardoor als spiegel: het laat zien welke waarden, tradities en manieren van opvoeden we belangrijk vinden, en hoe we samen omgaan met waarheid en morele lessen. Het gaat dus niet om de vraag of Sinterklaas echt bestaat, maar om wat het verhaal doet.


Misschien ligt het échte geheim van Sinterklaas dan ook hierin: dat het ons uitnodigt om samen te praten over wat we belangrijk vinden in opvoeding en onze samenleving. Want opvoeden doen we nooit alleen, en één keer per jaar, rond 6 december, herinnert een oude traditie ons daar met een wit paard, een stoomboot uit Spanje en een wortel in onze schoen aan.

 

 
 
 

Opmerkingen


Schrijf je in en blijf zo op de hoogte van nieuwe inzichten.

  • Instagram
  • LinkedIn
bottom of page