top of page

Schermtijd: een verhaal over pixels, ouderschap en verbinding

Het is kwart voor zes. In de keuken snijdt een moeder groenten voor het avondeten terwijl ze met één oor probeert te luisteren naar het verhaal van haar kleuter over de crèche. In de woonkamer zit haar tienjarige zoon geconcentreerd voor het scherm. Hij speelt een spel waar zij de naam amper van kent. “Na dit level is het gedaan, goed?” roept ze half afwezig. Uit gewoonte. En ja, ook uit schuldgevoel. Want ergens knaagt er iets. Is dit nu wéér te veel schermtijd? Moet ik dat niet beter reguleren? Zou hij niet beter wat meer buiten spelen?


Die vragen zijn herkenbaar voor veel ouders. Ze komen voort uit zorg, betrokkenheid en de wil om het goed te doen. Maar ze botsen vaak op de realiteit van vandaag: een leven waarin ouders én kinderen veel tegelijk proberen waar te maken, met beperkte tijd, veel verwachtingen en een overvloed aan digitale media.


Constance Steinkuehler, onderzoeker aan de Universiteit van Wisconsin, deed jarenlang onderzoek naar wat er eigenlijk gebeurt wanneer kinderen gamen. Haar conclusie is helder: schermtijd is op zichzelf niet goed of slecht. Alles hangt af van de context waarin ze gebruikt worden.

Technologie,” schrijft ze, “kan interactie tussen mensen mogelijk maken, of net verhinderen, maar ze kan het nooit vervangen.” Het verschil zit dus niet in het scherm, maar in wat er rond dat scherm gebeurt.

Steinkuehler zag hoe jongeren samen nadachten over spelsystemen, elkaar uitdaagden tot creatieve oplossingen en zelfs kritisch reflecteerden op maatschappelijke thema’s die in een game werden aangesneden. Maar ze zag ook het tegenovergestelde: kinderen die zich afsloten, vervreemdden of hun spelgebruik gebruikten om zich te onttrekken aan de wereld rondom hen.


Wat maakte het verschil? Niet het soort spel, niet de duur van het gamen, maar de sociale omgeving errond. Werden er vragen gesteld over het spel? Was er iemand die mee dacht, mee keek of gewoon nieuwsgierig was? Was het spel een gedeelde ervaring, of een solovlucht?


Voor ouders is dat een dubbel gevoel. Want tegelijk is er ook de druk van het dagelijkse leven: koken, wassen, werken, afspraken en proberen even adem te halen. Dan is het niet vreemd dat schermen soms fungeren als ‘digitale babysit’. En dat hoeft geen probleem te zijn, stelt Steinkuehler. Zolang we daar eerlijk over durven zijn en het grotere plaatje blijven zien.

Een kwartiertje schermtijd zodat jij de was kan insteken, is geen pedagogische ramp. Het wordt pas problematisch wanneer we structureel niet meer betrokken zijn bij wat ons kind bezighoudt.

Die betrokkenheid hoeft trouwens niet te betekenen dat je elk spel moet meespelen of analyseren. Je hoeft geen expert te worden in Minecraft of FIFA om een goed gesprek te hebben over wat je kind daarin fascineert. Een simpele vraag als “Wat vind je leuk aan dit spel?” kan al deuren openen. Samen even kijken, iets vragen, nieuwsgierig blijven – dat is vaak al genoeg om het spel samen te beleven.


Toch blijft er de druk van de ‘twee uur per dag’-regel, die vaak gepromoot wordt in opvoedingsadvies en door scholen. Die richtlijn is waardevol, maar houdt weinig rekening met het gezinsleven in de praktijk. Want als je al een uur aan scherm verbruikt tijdens de autorit naar school of de wachtkamer bij de kinesist, blijft er weinig marge over voor een spelletje ’s avonds. En dan rekenen we de noden van ouders zelf zoals een gesprek, een deadline, gewoon even rust nog niet mee.

De vraag is dus niet alleen hoeveel schermtijd kinderen hebben, maar ook: met wie? waarom? en hoe? Wat gebeurt er tijdens deze schermtijd? Is er ruimte voor gesprek, voor fantasie, voor contact?

Schermtijd hoeft geen afstand te creëren. Het kan ook een brug zijn tussen ouder en kind, tussen hun leefwereld en de onze. We moeten daarvoor geen perfecte ouders zijn. We moeten vooral aanwezig zijn, af en toe. Een beetje aandacht. Een beetje interesse. En de bereidheid om het scherm niet als vijand te zien, maar als mogelijke ingang tot verbinding.


Want opvoeden gebeurt ook daar: tussen de pixels.

Comments


Schrijf je in en blijf zo op de hoogte van nieuwe inzichten.

  • Instagram
  • LinkedIn
bottom of page